Inhoudsopgave
O Psalm 39 is een wijsheidspsalm in de vorm van een persoonlijke klaagzang. Het is in veel opzichten een ongebruikelijke psalm, vooral omdat de psalmist de woorden eindigt met het verzoek aan God om hem met rust te laten. Begrijp de betekenis van deze heilige woorden.
De kracht van de woorden van Psalm 39
Lees de onderstaande woorden met groot geloof en wijsheid:
- Ik zei: Ik zal mijn wegen bewaren, opdat ik niet zondig met mijn tong; ik zal mijn mond met een mondknevel bewaren, terwijl de goddelozen voor mij staan.
- Met zwijgen bleef ik als een wereld; ik zweeg zelfs over het goede; maar mijn pijn werd erger.
- Mijn hart was geschokt in mij; terwijl ik mediteerde werd het vuur ontstoken; toen met mijn tong, zeggende;
- O Heer, laat mij mijn einde kennen en de maat van mijn dagen, zodat ik weet hoe broos ik ben.
- Zie, Gij hebt mijn dagen in span gemeten; de tijd van mijn leven is als niets voor U. Waarlijk, ieder mens, hoe standvastig hij ook is, is geheel ijdel.
- Zeker, ieder mens wandelt als een schaduw; zeker is hij tevergeefs verontrust, hij stapelt rijkdommen op en weet niet wie ze zal nemen.
- Nu dan, Heer, wat hoop ik? Mijn hoop is op U.
- Verlos mij van al mijn overtredingen; maak mij niet tot de smaad van de dwazen.
- Ik ben sprakeloos, ik doe mijn mond niet open, want U bent degene die gehandeld heeft,
- Neem uw gesel van mij, ik ben flauwgevallen door de slag van uw hand.
- Wanneer Gij een mens met berispingen kastijdt wegens ongerechtigheid, vernietigt Gij als een mot wat kostbaar in hem is; want voorwaar, ieder mens is ijdelheid.
- Hoor mijn gebed, o Heer, en neig Uw oor tot mijn geroep; houd Uw vrede niet in bij mijn tranen, want ik ben voor U als een vreemdeling, een vreemdeling als al mijn vaderen.
- Kijk van me weg zodat ik adem kan halen, voordat ik weg ben en niet meer besta.
Klik hier: Psalm 26 - Woorden van onschuld en verlossing
Interpretatie van Psalm 39
Om de volledige boodschap van deze krachtige Psalm 39 te kunnen interpreteren, zie de gedetailleerde beschrijving van elke passage hieronder:
Vers 1 - Ik zal mijn mond smoren
" Ik zei: Ik zal met mijn tong mijn wegen bewaken om niet te zondigen; ik zal mijn mond bewaken met een prop, terwijl de goddelozen voor mij staan."
In dit vers toont David zich vastbesloten in stilte te lijden, zijn mond te bedekken om geen dwaasheid te spreken tegenover de goddelozen.
Zie ook: Psalm 44 - De klacht van het volk Israël om goddelijk heilVerzen 2 tot 5 - Heer, maak mij bekend
" Met zwijgen bleef ik als een wereld; ik zweeg zelfs over het goede; maar mijn pijn werd erger. Mijn hart was geschokt in mij; terwijl ik mediteerde werd het vuur ontstoken; toen met mijn tong, zeggende; O Heer, laat mij mijn einde kennen en de maat van mijn dagen, zodat ik weet hoe broos ik ben. Zie, Gij hebt mijn dagen in span gemeten; mijn levenstijd is als niets voor U. Waarlijk, ieder mens, hoe standvastig hij ook is, is geheel ijdel".
Deze verzen vormen een samenvatting van een verzoek van David aan God om hem nederiger te maken, hij versterkt dat alle kracht die mensen beweren te hebben pure ijdelheid is, als iets dat geen betekenis heeft en snel voorbijgaat.
Zie ook: Psalm 29: de psalm die de hoogste macht van God verheerlijktVerzen 6 tot 8 - Mijn hoop is op u gevestigd
" Zeker, ieder mens wandelt als een schaduw; zeker is hij tevergeefs verontrust, hij stapelt rijkdommen op en weet niet wie ze zal nemen. Nu dan, Heer, wat hoop ik? Mijn hoop is op U. Verlos mij van al mijn overtredingen; maak mij niet tot de smaad van de dwazen".
In dit vers laat David zien hoe hij weet dat zijn enige kans op genade, zijn enige hoop is. Deze psalm is echter ongewoon omdat hij laat zien dat David problemen heeft met de door God opgelegde straffen. Hij bevindt zich in een dilemma: hij weet niet of hij God om hulp moet vragen of dat hij Hem moet vragen hem met rust te laten. Dit gebeurt in geen enkele andere psalm, want in al die psalmen spreekt David over God met lofprijzingen.Aan het eind van deze passage erkent hij zijn zonde, zijn overtredingen, en geeft zich over aan de goddelijke barmhartigheid.
Verzen 9 tot 13 - Hoor mijn gebed, o Heer
" Ik ben sprakeloos, ik doe mijn mond niet open, want U bent degene die gehandeld heeft, Neem uw gesel van mij, ik ben flauwgevallen door de slag van uw hand. Wanneer Gij een mens met berispingen kastijdt wegens ongerechtigheid, vernietigt Gij als een mot wat kostbaar in hem is; want voorwaar, ieder mens is ijdelheid. Hoor mijn gebed, o Heer, en neig Uw oor tot mijn geroep; houd Uw vrede niet in bij mijn tranen, want ik ben voor U als een vreemdeling, een vreemdeling als al mijn vaderen. Kijk weg van mij, zodat ik adem kan halen, voordat ik weg ben en niet meer besta".
David zweeg enige tijd over zijn kwelling, maar tegenover zoveel lijden kon hij niet zwijgen. Hij schreeuwt om God om hem te redden, om God om iets te zeggen, en toont een wanhoopsdaad. Omdat hij geen antwoord van God hoort, vraagt hij God om hem te sparen en met rust te laten. Davids pijn en angst waren zo groot dat hij twijfelde of het de moeite waard was om de straf te aanvaarden en te wachten op degoddelijke genade.
Meer weten:
- Psalm 22: Woorden van angst en bevrijding
- Psalm 23: Om valsheid te verdrijven en zekerheid aan te trekken
- Psalm 24 - lofzang op de komst van Christus in de Heilige Stad